Voorheen waren dieselmotoren de standaard aandrijving van vrijeval reddingsboten voor offshore-platforms. Door de vooruitgang op het gebied van elektrische voortstuwing en batterijen, heeft een Nederlandse fabrikant van reddingsboten gekozen voor elektrisch vermogen omdat zij zien dat dit aanzienlijke voordelen zal opleveren.
Deze Nederlandse reddingsbootspecialist ‘Verhoef’ in Aalsmeer is een pionier op dit gebied. Het concept is ontwikkeld op basis van de hoge kosten van regelmatige inspecties en reparaties aan traditionele dieselmotorreddingsboten. Volgens Verhoef wordt ongeveer 75% van de tijd voor inspectie van de reddingsboot besteed aan het onderhoud van de dieselmotor alleen. Zij menen dat er aanzienlijke besparingen kunnen worden gerealiseerd en een hogere mate van betrouwbaarheid en veiligheid wordt bereikt als een elektrische installatie, met een minimale onderhoudseis, wordt gebruikt.
Feit is dat het hoge onderhoud dat nodig is voor diesel-aangedreven reddingsboten te wijten is aan het beperkte gebruik. Achtergebleven roet in de motor kan problemen veroorzaken die een negatief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van het evacuatiesysteem. Met elektrisch vermogen is er een hoger niveau van veiligheid en gegarandeerde prestaties, in combinatie met een kostenbesparing van 50% op reguliere inspectie en onderhoud. Deze kostenbesparing is tevens te danken aan efficiënte en eenvoudigere methoden om de conditie van de voortstuwing te controleren, met behulp van beproefde technologie zoals circuittesters en batterijmonitoren. Bovendien is er geen verplichting voor dieselbrandstof aan boord of om deze periodiek te vervangen. Een ander voordeel is een hoger comfort voor de inzittenden, met nauwelijks geluid als de motor draait.
Het extra gewicht aan batterijen die in de reddingsboten worden gemonteerd, wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de vermindering van de capaciteit van de luchtflessen, die nodig zijn om de interne atmosfeer te handhaven en de motor van lucht te voorzien tijdens de evacuatie. Als aanvullend onderdeel van het ontwikkelingsprogramma onderzoekt Verhoef nu de mogelijkheid om de conditie van de elektrische apparatuur in de reddingsboot op afstand te kunnen volgen, zodat problemen in een vroeg stadium kunnen worden opgespoord.
Bij de diesel-aangedreven reddingsboten draait aan de ene zijde de schroef rechtsom waardoor er aan de andere zijde van de dieselmotor een speciale links omlopende pomp nodig is. Deze pomp verzorgt het waterscherm aan de buitenzijde van de boot zodat deze door een brandende zee kan varen, weg van het rampgebied. Dit type reddingsboten werd gestart terwijl ze zich nog aan boord van het offshore platform bevinden, daarom diende de pomp speciale droogloopeigenschappen te bezitten. SPECK leverde hier decennia lang het type NB-6 LINKS voor, later opgevolgd door het type DNP 65-200 LINKS.
Bij de reddingsboten met een elektrische aandrijving wordt de pomp gestart nadat de boot in het water ligt. Daar waar voorheen de dieselmotor stond ligt nu een groot accupakket. Hierdoor vervalt de eis van de speciale links-omlopende pomp. Middels een omvormer die de gelijkspanning omzet is er voor de nieuw ontwikkelde pomp een draaistroomspanning beschikbaar van 280 Volt. Hiermee wordt de permanent-magneetmotor van 8,7 kW bij 100 Hz van de nieuw ontwikkelde pomp AWPH-K3 50-160 van de benodigde energie voorzien.
Dit motorvermogen wordt gehaald uit een relatief kleine motor met bouwgrootte 90L, waardoor ruimte en gewicht wordt bespaard. Verdere gewichtsbesparing wordt behaald door te kiezen voor een pomp uit gietaluminium. Hierdoor komen we uit op een totaal gewicht van circa 44 kg voor een pompcapaciteit van 70 m3/h bij 30 mwk.